Bisschopsgraaf, Werk aan het Spoel en de Lek
De wandeling biedt aan het begin en aan het einde hele mooie plekjes. Startend in Culemborg loop je al snel de Baarsemwaard in, dicht langs de Lek met daarna het Werk aan het Spoel, deel van de Hollandse Waterlinie. Het slotakkoord bestaat uit het mooie Mariënweerdt met mooie lanen, dijkjes en meidoornhagen. Daartussen is het heel veel weiland, wel leuke paadjes maar bijna geen afwisseling. Het grote gebied met weilanden doorsneden door verharde wegen, verbindt de noordkant en de zuidkant van het Betuwepad. Niet de allermooiste etappe van dit nieuwe streekpad.
Culemborg
De oudste vermelding van Culemborg dateert uit 1281: de plaats werd toen Culenburgh genoemd. Het eerste deel van de naam verwijst naar een ‘kuil’, oftewel een plas water die is ontstaan bij een dijkdoorbraak, vergelijkbaar met een wiel of kolk. Het tweede deel verwijst naar de burcht die rond 1270 nabij de kuil was gebouwd. De naam Culemborg betekent dus ‘burcht aan de kuil. De geschiedenis van Culemborg gaat heel ver terug, al in de 14e eeuw werd de stad een Vrijstad met eigen rechtspraak. Culemborg was toen een centrale marktstad en kende later een levendige industrie. Culemborg was een belangrijke stad en handelscentrum en daarom werd de stad beschermd door maar liefst drie wallen en grachten en zeven stadspoorten. Een groot aantal monumentale gebouwen herinneren nog aan de rijke historie van Culemborg.
De Culemborgse stadsmuren stammen uit of iets na 1318, vlak nadat de nederzetting zijn stadsrechten kreeg. Grote delen van de ommuring zijn bewaard gebleven en de Binnenpoort is de enige van de zeven stadspoorten die bewaard is gebleven. De stadspoort stamt uit de 14e eeuw, het bovenste deel uit 1557. In de nis staat een beeld van de heilige Barbara. Bij de Binnenpoort hangen vloedmerken die de hoogte en datum van verschillende overstromingen aangeven.
Baarsemwaard
De Baarsemwaard is gelegen langs de Lek in de gemeente Culemborg, tussen Werk aan het Spoel en de spoorbrug Culemborg. Sinds het einde van de jaren negentig van de vorige eeuw is dit een natuurgebied met strangen, rietruigten en graslanden. Er broeden hier veel vogels waaronder de blauwborst.
Werk aan het Spoel
Werk aan het Spoel is een onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het werk ligt langs de Lek op een kilometer ten oosten van Fort Everdingen, vlak bij de stad Culemborg. Het is gebouwd in de periode 1816-1824 en had tot doel om de aldaar gelegen waaiersluis te beschermen. Samen met de inundatievoorzieningen van Fort Everdingen kon hiermee de polder tussen Culemborg en de Diefdijk onder water worden gezet om Holland te beschermen tegen de vijand. Ten zuiden van het fort staat in een weiland een hoge vrijstaande muur. Deze ‘kogelvanger’ is het restant van een Duitse schietbaan.
Nieuwe Hollandse Waterlinie
De belangrijke verdedigingslinie uit de Nederlandse geschiedenis beschermde een groot deel van Holland en de stad Utrecht. De waterlinie is in gebruik geweest van 1870 tot 1945. De Nieuwe Hollandse Waterlinie diende ter vervanging van de uit eind 17e eeuw daterende (Oude) Hollandse Waterlinie en draagt vanaf 1871 deze nieuwe naam. Een belangrijk verschil tussen de oude en de nieuwe linie is dat de stad Utrecht nu binnen de linie valt. De linie loopt van de Zuiderzee tot de Biesbosch. De linie bestaat voornamelijk uit gebieden die onder water te zetten zijn. Zoals bij elke waterlinie, was het de bedoeling dat over de gehele lengte een geïnundeerd gebied zou ontstaan van ten minste enkele kilometers breed, dat tot een diepte van 30 tot 60 centimeter onder water zou komen te staan: te diep voor infanterie om nog in te kunnen oprukken, echter te ondiep voor normale vaartuigen. En op plaatsen waar inundatie niet mogelijk was, of op plaatsen waar wegen de linie doorkruisten, bouwde men forten.
De Lek en de Spoorbrug
De brug gebouwd in 1982 kreeg een eervolle vermelding bij de Nationale Staalprijs in 1983. De eerste brug op deze plek werd gebouwd tussen 1863 en 1868, bij de aanleg van de Spoorlijn Utrecht-Boxtel die ook bekendstaat onder de naam Staatslijn. De bouw van deze brug betekende een doorbraak voor de bouw van spoorwegbruggen over de grote rivieren in Nederland. Een klein deel van de oorspronkelijke brug is als monument naast de nieuwe brug geplaatst.
Regulieren
Regulieren is een groot natuur- en wandelgebied in het rivierengebied bij Culemborg. Er zijn bloemrijke gras- en hooilanden, populierenbossen en wilgengrienden. In het gebied ligt een eendenkooi. Het gebied is rijk aan insecten, amfibieën, kleine zoogdieren en weidevogels. Het gebied rond de eendenkooi is rustgebied, waar veel dieren van profiteren. Door speciaal maaibeheer en een hoge grondwaterstand zijn de hooilanden in het gebied bijzonder bloemrijk geworden.
Bisschopsgraaf
De boeren van de Lingedorpen brachten vroeger via de Bisschopsgraaf hun vee, fruit en graan naar de Culemborgse weekmarkt. De Bisschopsgraaf werd toen in de volksmond de Busselsgraaf genoemd en was toen een stuk smaller dan nu het geval is. Pas in de loop van de 17e eeuw verscheen op dit traject de trekschuit. De Bisschopsgraaf dient als boezem voor de afwatering van enkele polders zooals die van Langsmeer, Kuilenburg en Tricht.
Mariënweerd
De Heerlijkheid is gebouwd op de voormalige Norbertijnerabdij Marienweerd. Na de Reformatie zijn de abdijgoederen aanvankelijk beheerd door Gedeputeerde Staten van het Kwartier van Nijmegen, die echter in het begin van de 18e eeuw tot verkoop besloten. In 1734 kwam Mariënwaerdt zo in handen van de familie Van Bylandt, waarbij het tevens de status van hoge heerlijkheid kreeg. Nakomelingen van deze familie zijn nog steeds eigenaren van het omvangrijke landgoed. Het huidige landhuis werd gebouwd tussen 1734 en 1790. Het landgoed is opengesteld voor publiek. Er is een landgoedwinkel, een trouw- en vergaderlocatie, een pannenkoekenhuis, een brasserie en mogelijkheid tot overnachten. Heerlijkheid Mariënwaerdt is misschien wel het meest bekende landgoed van Nederland en wordt ook wel ‘openluchtmuseum van het rivierengebied’ genoemd. Op het landgoed zijn ook honderden walnootbomen, uitgestrekte populierenakkers, een eendenkooi en grienden die wilgentenen leveren, te vinden.