IJzendoorn, Kleine Willemswaard en Tiel
Deze etappe van het Betuwepad start in het plaatsje IJzendoorn waar de hervormde kerk dicht tegen de dijk en prominent in het dorpje staat. Hierna duik je de uiterwaarden van de Waal in met in de verte de imposante Willem-Alexanderbrug. De tuibrug, de brug van niks naar nergens, verbindt het Land van Maas en Waal met de Betuwe en was lang een tolbrug. Richting Prins Bernhardsluizen loop je over de dijk naar deze volgende waterkundige bouwwerken. Richting Tiel loop je door de Kleine Willemswaard tot je in Tiel langs oude gebouwen, nauwe straatjes en Flipje van Tiel naar station Tiel eindigt.
IJzendoorn
De plaats ligt ingeklemd tussen drie belangrijke oost-westverbindingen: de Waal in het zuiden en de A15 en de Betuweroute in het noorden. De naam IJzendoorn wordt voor het eerst vermeld rond 850/865 als Isaandra, de naam houdt mogelijk verband met een plaatselijke waterloop. Maar er zijn ook archeologische vondsten uit de IJzertijd en Romeinse tijd. Ook de inwoners van IJzendoorn moesten in 1995 evacueren toen het hoogwater dreigend tot de kruin van de dijken reikte. Eén van de bekendste inwoners van IJzendoorn is oud-burgemeester Henk Zomerdijk, die in 1995 op de wankelende Waaldijk bij Ochten verordonneerde dat Ochten op stel en sprong geëvacueerd moest worden. IJzendoorn is nu een dorp van forensen, fruittelers en vier windmolens langs de A15.
Prins Willem-Alexanderbrug
De Prins Willem-Alexanderbrug is een tuibrug over de Waal tussen Echteld en Wamel / Beneden-Leeuwen. De weg verbindt het Land van Maas en Waal met de Betuwe. De brug is tot begin 1996 geëxploiteerd als tolbrug om de bouwkosten terug te verdienen. De brug werd aangelegd om het Land van Maas en Waal beter te ontsluiten en om meer inkomsten voor de ondernemers in Tiel te genereren. Door de toenemende scheepvaart op de Waal werd het steeds moeilijker om veerponten te gebruiken, reden om te kiezen voor een brug. De brug stond jarenlang bekend als de ‘brug van niks naar nergens’ omdat de autoweg met 2×2 rijstroken aan de zuidkant van de brug ophield en overging in een hoofdweg met 1×2 rijstroken naar een aantal dorpen in het Land van Maas en Waal.
Amsterdam-Rijnkanaal
Het Amsterdam-Rijnkanaal dat bij Tiel begint en in Amsterdam eindigt, verbindt de Amsterdamse haven met het Ruhrgebied in Duitsland. Het is het drukst bevaren kanaal van de wereld. Omdat het in 1892 in gebruik genomen Merwedekanaal na enkele decennia niet meer aan de eisen van de tijd voldeed, werd besloten dat de scheepvaartverbinding van Amsterdam met de Rijn moest worden verbeterd. In 1931 werd bij wet vastgelegd dat het kanaal er moest komen. De crisis en de Tweede Wereldoorlog vertraagden de aanleg echter. Het gedeelte tussen Utrecht en het Lekkanaal werd op 5 augustus 1938 in gebruik genomen. Pas op 21 mei 1952 werd het gehele kanaal geopend door Koningin Juliana en werd tussen 1965 en 1981 verbreed tot 100 à 120 meter.
Kleine Willemswaard
Vlakbij de Waal en het Amsterdam-Rijnkanaal direct naast het centrum en de haven van Tiel ligt de Kleine Willemswaard. Het is een mooi stukje natuur van 24 hectare. Het maakte eerst voordat het Amsterdam-Rijnkanaal werd gegraven deel uit van de grotere Willemspolder. Oude geulbeddingen zijn gegraven en de zomerdijk is verlaagd en daardoor mag de natuur hier weer zijn gang gaan. Het gebied is door het graven van oude geulbeddingen en het verlagen van de zomerdijk een plek waar de rivier meer ruimte heeft gekregen. Vrije overstroming door de rivier is weer mogelijk. Daardoor is het gebied geen polder meer en wordt het nu Kleine Willemswaard genoemd. In 2020 is een kudde van negen Schotse Hooglanders in het gebied losgelaten om het gebied te begrazen.
Tiel
Tiel is een van de oudste steden van Nederland: de plaats stamt uit de periode 850-1100, terwijl de meeste Nederlandse steden in de late middeleeuwen ontstonden. In het oude stadscentrum herinneren verscheidene monumenten aan dat rijke verleden, zoals de Sint-Maartenskerk, de Waterpoort met Groote Sociëteit, het Gerechtsgebouw, de voormalige sociëteit Bellevue, het uit 1525 daterende Ambtmanshuis dat samen met de door Jan David Zocher ontworpen Ambtmanstuin deel uitmaakt van het stadhuiscomplex, en het eveneens uit de zestiende eeuw stammende Gotische huis aan de Weerstraat. De mascotte van de stad is Flipje, het fruitbaasje, de stripfiguur van de voormalige lokale jamfabriek De Betuwe. Van Flipje staat een standbeeld in het stadscentrum.
Flipje
Jamfabriek De Betuwe, opgericht in 1885, heeft begin jaren dertig last van concurrentie die op hun etiketten de naam ‘Betuwe’ vermelden. Deze fabriek stond aan het eind van de 19e eeuw aan de Grotebrugse Grintweg te Tiel. Onder de naam ‘Tielsche Koffiesiroop Fabriek’ werd koffiesiroop als vervanger van de toentertijd dure koffie geproduceerd. Deze koffiesiroop werd gemaakt van appels, peren, bieten en wortelen. Hierdoor deed de fabrikant ervaring op in conservering van vruchten. In 1888 werd de naam van de fabriek veranderd in ‘Nederlandsche Fabriek van Verduurzaamde Vruchten Maatschappij de Betuwe NV’. Als de rechter op een patentaanvraag door de Tielse fabriek negatief beslist, vraagt de directie in 1935 aan reclamebureau Van Alfen iets anders te bedenken. Het wordt een mannetje met een lijf van een framboos en bessen als armpjes en beentjes. Op zijn hoofd staat een koksmuts met zijn naam ‘Flipje’. Illustrator Eelco ten Harmsen van der Beek is de bekendste tekenaar van Flipje.