Harzer-Hexen-Stieg – Schierke-Rübeland
Wandelen naar de Königshütte-waterval
Kenmerken
Lengte: 23 kilometer
Startpunt: Schierke
Eindpunt: Rübeland
Landschap: Bos en heuvelland
Harzer-Hexen-Stieg - Schierke-Rübeland
Wandelen naar de Königshütte-waterval
De lange etappe laat een goed beeld zien van wat de Harz te bieden heeft. Na een stevige klim aan het begin van de wandeling vanaf Schierke kruis je een aantal keren de spoorlijn van de Brockenbahn. Een stenig pad leidt je omhoog. Verder zie je onderweg bossen, waterstroompjes, heidevelden, onverharde wegen en kronkelende bospaden. Meerdere keren zie je industrieel erfgoed uit de voormalige DDR-periode, vervallen bruggen, spoorlijnen en fabrieken. Het is een relatief stil en verlaten gebied waar eens soldaten de grens controleerden in het zogenaamde Sperrgebiet, een bufferzone tussen Oost en West. Daarom is deze wandeling meer dan een natuurwandeling, de herinneringen aan de 2e W.O. en de scheiding tussen Oost- en West-Duitsland zie je en voel je overal op de route.
Achtergrondinformatie
Wormke
De Wormke is een ongeveer 6,7 km lange, noordwestelijke stromende zijrivier van de Kalten Bode in de Harz.
Drei Annen Höhne
Station Drei Annen Hohne is een station van de Harzer Schmalspurbahnen (HSB), en is een belangrijke verbindingsader van het hele spoorwegennet van de Harz. Het station is geopend in 1898. Eerst heette het station Signalfichte en later Signalfichte–Hohne. Later kwam de naam Drei Annen Hohne, als verzamelnaam van de plaatsen Drei Annen en Hohne die in de directe omgeving van het station liggen. In het jaar van de bouw van het Harzquerstation, het huidige station, werden er tegenover hotels gebouwd voor de toeristen. Later werden grote parkeerplaatsen gebouwd voor de bezoekers van de Brockenbahn.
Königshütte Wasserfall
In Königshütte ligt de Königshütte-waterval in een voormalige steengroeve in de wijk Rothehütte. Deze groeve op de zuidhelling van de Rabenstein kreeg in de jaren vijftig zijn huidige vorm. Het werd eerder voor de laatste keer gebruikt om bouwmaterialen te winnen voor de Königshütte-overdrachtsdam en de Mandelholz-dam. De Königshütte-waterval werd in 1994 kunstmatig aangelegd. Het wordt gevoed door een kleine, naamloze stroom die ongeveer twee kilometer ten noordoosten ontspringt, niet ver van de kalkfabriek van Hornberg. Het water valt over een rotspartij van ongeveer 15 meter diep. Onder de waterval mondt het beekje na enkele tientallen meters uit in de Kalte Bode.
Königshütte
Het kleine stadje Königshütte ligt ten zuidwesten van Elbingerode in een idyllische omgeving aan de samenvloeiing van de Warme en Kalten Bode. Königshütte is in 1936 uit de nederzetting van ijzergieters Rothehütte en het gehucht Königshof, ontstaan. Het dorp ligt op een hoogvlakte te midden van dichte bossen. Het is omringd door de meren die zijn aangelegd als bescherming tegen overstromingen en als overslagbekkens met de bouw van de Rappbodetalsperre. Königshütte is een geliefd luchtkuuroord. In het plaatsje bevindt zich de ruïne van de Königsburg, een middeleeuwse burcht. Hiervan resteren nog de verdedigingstoren, de muren en een deel van de wallen.
Talsperre Köningshütte
De Königshütte-dam is een dam in Saksen-Anhalt in het Harzgebergte. Het damt de Bode af en ligt tussen Königshütte en Susenburg. Als zogenaamde overdrachtsdam maakt het deel uit van het Rappbode-damsysteem, een systeem van stuwdammen. De dam werd met een onderbreking als gevolg van de oorlog van 1939-1943 en 1952-1956 op de Bode gebouwd als een 18 meter hoge betonnen zwaartekrachtdam voor de drinkwatervoorziening en bescherming tegen overstromingen, maar dient ook om de lage waterstanden te verhogen en elektriciteit op te wekken. De licht gebogen wand is 108 m lang en heeft een inhoud van 13.500 m³ beton.
Bode
De Bode is een rivier die ontspringt in het Harzgebergte en stroomt in noordelijke richting om na 169 kilometer in de Saale uit te monden. De sage waaraan de naam van de rivier ontleend zou zijn, verhaalt over de mooie koningsdochter Brunhilde. Ze wordt achtervolgd door de reus Bodo die tegen haar zin met haar trouwen wil. Vluchtend op haar witte paard komt ze bij een afgrond. Met een moedige sprong weet ze de overkant te bereiken maar verliest daarbij wel haar gouden kroon. Haar achtervolger haalt de overzijde niet en stort in de diepte. Hierbij verandert hij in een hond. Op de bodem van de rivier zou de hond nog steeds de kroon bewaken. In de rots Roßtrappe, die zich boven het dal van de rivier verheft, is de afdruk van de hoef van het paard van Brunhilde nog terug te vinden. De rivier werd naar deze reus Bode genoemd. De Bode, en vooral het smalle Bodedal, is al sinds lang een geliefd reisdoel. De ongerepte natuur speelt een rol in het oeuvre van vele schrijvers, van Goethe is bekend dat zij hier graag kwamen.