La Gomera
Het is voor mij het mooiste wandeleiland wat ik ken. Diepe barranco’s snijden vanaf de top van het eiland richting Atlantische Oceaan waarin in de schaarse natte periodes het regenwater naar beneden kolkt. Het is het eiland van de eeuwigdurende lente met altijd bloeiende planten en een temperatuur van rond de twintig graden. Palmbomen sieren de schattige dalen met cactussen, agaves en ontelbare bananenbomen. Maar ook is La Gomera het eiland van het nevelwoud boven op het eiland. Hier heerst door het vocht van de passaatwinden een bijzonder microklimaat met een mysterieus bos met aparte mossoorten en zeldzame plantensoorten. Daarbij de bevolking die in tegenstelling tot de andere Canarische Eilanden rustig en relaxed is. Altijd de lach, altijd het glas halfvol en altijd vriendelijk. Het zit in de genen en ben het nog nooit ergens anders tegengekomen. Niet voor niets streken hier in de jaren de hippies uit Berlijn neer. Ze zijn er nog wel, worden een beetje gedoogd maar worden door de locals als lastpost bestempeld.
En dan het wandelen op La Gomera. Het is wandelen op de eeuwenoude camino’s, langs diepe afgronden en overal langs de paden de overvloedige plantengroei. De uitzichten over de barranco’s zijn overweldigend en in de verte zie je soms de eilanden El Hierro, La Palma en Tenerife met de hoge vulkaan El Teide liggen. Wandelen in het noorden bij Vallehermoso waar een maanlandschap de grond geel, groen en oranje kleurt. In het midden van het eiland door het vochtige nevelwoud en naar de hoogste top La Garajonay en in het zuiden het Dal van de Grote Koning, Valle Gran Rey, waar altijd de zon schijnt en vele bergpaden het dal in leiden. Ik ken het eiland op mijn duimpje en elk jaar ontdekken we nog nieuwe paden. Het is de reden dat ik elk jaar in maart dit eiland met vrienden bezoek. Ik kijk er elk jaar naar uit, het is inmiddels een traditie geworden, bijna een automatisme. Zesentwintig jaar geleden kwam ik er voor het eerst en raakte meteen betoverd door het landschap op het eiland. Nu in maart 2020 vorige week ging ik voor de 24e keer met het vliegtuig naar Tenerife en daarna met de boot naar de Parel van de Canaren, La Gomera.
De eerste dagen wandelen
De vaste gewoontes werden herhaald de eerste dagen. Angel, inmiddels een vriend na 26 jaar, brengt ons naar de wandeling. Het ontbijt bij Dos Hermanos, een broodje ei met kaas, een cortado leche leche en na de wandeling een biertje bij Zumeria Carlos waar Carolina ons elke dag begroet. Vrijdag maakten we een wandeling vanaf El Cercado, een van de mooie bergdorpen, door het bekoorlijke dal van La Matanza naar La Calera in Valle Gran Rey. De afdaling van 1000 meter voelde ik in de kuiten maar genoot van elke meter. Zaterdagmorgen. Angel staat rustig te wachten, het broodje net op, en op weg naar het hoogste punt van het eiland, Alto de Garojanay. Het nationaal park torent hoog boven het eiland uit. Je ziet in de verte de vulkaan El Teide op Tenerife liggen en de wandeling gaat door de barranco van Erque langs de tafelberg La Fortaleza naar bergdorp Chipude. In bar Sonia op het dorpsplein eten we mojo met brood en eindigen de dag met eten in La Playa waar bij zondsondergang de schaars overgebleven hippies trommelen. Ons vaste restaurant El Baifo lijkt gesloten te zijn. Verbazing. Ineens wordt heel de situatie duidelijk, Spanje is in shock. Het coronavirus waart in het bijzonder in Madrid rond en er worden maatregelen voor heel Spanje afgekondigd. We kunnen nog net eten in een lokaal restaurant. Hier zien we tactvol twee leden van de Guardia Civil binnenkomen. En even later is duidelijk dat op zondag de meeste restaurants dicht zullen zijn. Een vooraankondiging van een totale lockdown op maandag wordt bekend gemaakt. Zondag staat er nog een wandeling op het programma tussen de bergdorpen Las Hayas en Arure maar de sfeer is al anders. Angel, onze taxichauffeur, lijkt nog niet echt de ernst van de situatie te begrijpen. Hij lacht het op zijn Gomeriaans weg. Hij gelooft niet in een totaal straatverbod en zegt morgen gewoon te rijden.
Lockdown
Op zondagavond belt Angel ons dat hij niet durft te rijden. Hij is benaderd en mag onder geen beding mensen de bergen in brengen. Je mag niet meer wandelen, nergens meer, alles is gesloten, alle bergpaden en alle toegangswegen. We lopen op zondagmorgen naar de supermarkt waar we eten en drinken inslaan. Dat mag nog, dan snel terug naar ons huis. We blijven de hele dag binnen. Op maandagmorgen bewaakt de Guardia Civil de straten die leeg zijn. Stranden zijn afgezet, de pleinen worden ontsmet en in de supermarkt mag je één voor één naar binnen. Je krijgt handschoenen aan en mensen staan in de rij voor de Supermercado. Het geeft een surrealistisch beeld op straat en als je even naar de supermarkt loopt lijkt het alsof er een bom is gevallen en de laatste overlevenden op straat ronddwalen. Mensen zijn verward, weten niet wat er gaande is en hebben vragen en nog eens vragen. Waar ben ik in beland, en in mijn hoofd komt de gedachte op: Hoe kom ik thuis?
De terugreis
Maandagmorgen. Ik heb met mijn vrienden overleg, wikken en wegen, wat gaan we doen. We moeten binnen blijven en zijn bang dat het luchtruim boven Spanje wordt gesloten voor onze terugvlucht op donderdag. Na de macaroni, voor het eerst in 26 jaar eten we op het eiland niet in een restaurant, zoeken we op internet naar een vlucht. Een vlucht van TapAir Portugal kan ons via Lissabon naar Amsterdam brengen. De prijs is hoog maar wat moet dat moet. Angel wordt gebeld en hij heeft speciale permissie om ons morgen naar de haven in San Sebastian te brengen. De tas wordt gepakt, het laatste bier wordt opgemaakt, de eigenaresse van het huis wordt gebeld dat we eerder het eiland vertrekken en we duiken ons bed in. Morgen, dinsdag, staat om kwart over 5 Angel klaar.
Dinsdag
Het is vijf kwartier rijden van La Calera in Valle Gran Rey naar San Sebastian aan de andere kant van het eiland. Op de boot is het rustig, vele stoelen zijn afgedekt om afstand tussen de personen te verkrijgen. Op de boot kijken we naar het mooie wandeleiland en bereiden ons voor op de terugreis. De taxi brengt ons naar het vliegveld. De straten zijn verlaten en de taxichauffeur klinkt wanhopig. Alle toeristen willen het eiland verlaten en hij vreest voor een economische ramp. Aangekomen op het vliegveld Tenerife Sur heerst verwarring. Mensen vallen bijna over elkaar heen in de hoop een vlucht te krijgen. We zijn blij dat we een vlucht hebben en zelfs online al ingecheckt hebben. De infoborden geven echter de eerste verbazing. De vlucht van TAP Air staat niet op het vluchtschema van vertrekkende vliegtuigen. Op internet vinden we ook de vlucht van het vliegtuig vanuit Lissabon naar Tenerife niet. Na een uur blijkt dat de vlucht is gecancelled. Het loket van de vliegmaatschappij is dicht, het infopunt van het vliegveld wijst ons van het kastje naar de muur en niemand weet precies wat er aan hand is. Er staan tweehonderd mensen voor het loket van YetAir om nog een vlucht te kopen. Chaos en verwarring. Op internet op mijn telefoon zoek ik naar nieuwe vluchten om hier weg te komen. Ik kan voor drie personen nog een vlucht boeken via Ryanair naar Charleroi. We zien wel hoe we vanuit België thuiskomen. Het bedrag wordt afgeschreven en wachten op een email ter bevestiging. Na een half uur vragen we de balie van Raynair, waar overigens geen vluchten worden verkocht, of we op de personenlijst van de vlucht staan. Helaas, en bijkomstigheid, de vlucht is met twintig personen overboekt. Het commentaar van de medewerkers is dat ze niets kunnen doen en dit ‘normaal’ is en dat ze maar ‘tussenpersoon’ zijn. Het wordt al snel duidelijk dat een vlucht boeken op dit moment geen optie is. Alles zit vol. En daarbij, we willen weg van Tenerife, weg van de hectiek, rust in ons hoofd en rustig de opties bekijken. Met de taxi terug naar de haven in Los Cristianos waar we net met de boot weer terug kunnen naar La Gomera. Het wordt de 25e keer dat we het eiland bezoeken. We hadden ons een ander jubileum voorgesteld. Normaal gaat er op de boot een paar honderd mee, nu waren wij de enigen. We vragen ons af of het verstandig is. We bellen Angel die in de haven van San Sebastian weer opwacht. Hij is nog verbaasder dan wij. Langzaam dringt ook bij hem het besef door wat er aan hand is op Tenerife. Onderweg vraagt hij hoe de situatie is, wij bellen de eigenares van het huis dat we toch weer terugkomen. Ook zij is verbaasd. Aangekomen na de lange rit over het eiland komen we weer in ons huis aan. In de kleine supermarkt kopen we wat drank en Angel komt even later met een door zijn vrouw gemaakte tortilla. Hij is meer dan een taxichauffeur voor ons. De avond vordert en we leggen ons eigenlijk neer bij nog twee dagen binnen blijven en maar hopen dat de vlucht op donderdag gaat. In de loop van de avond zien we toevallig op internet dat er een extra vlucht door Transavia is ingelast op woensdag. Op de website wordt sterk aanbevolen de vlucht van donderdag om te boeken. Dit lukt tot de bevestiging, op dat moment loopt meerdere keren het systeem vast. Weer wikken en wegen. We besluiten om het zekere voor het onzekere te nemen en boeken en betalen de extra vlucht. Dat lukte gelukkig wel en we zien later wel hoe we dit afhandelen. De tas wordt weer gepakt nadat we zien dat meerdere boten voor woensdag zijn samengevoegd door het gebrek aan passagiers. Vroeg naar bed, morgen terug, een onrustige nacht met weinig slaap en vragen.
Woensdag
De wekker gaat, een herhaling van de dag ervoor met de taxirit over het eiland tot we weer in de haven van San Sebastian aankomen. Het kopen van een ticket gaat nog net want door de restrictie van de regering mogen er maar een beperkt aantal mensen op de boot. Iedereen wil van het eiland af en in de Classe Oro vinden we nog net een plek om naar Tenerife te kunnen. Na aangekomen te zijn in de haven van Los Cristianos, de tweede keer deze week, bespreken we snel een plan om een taxi te bemachtigen want ook daar is een tekort aan. Ik ga in de eerste taxi zitten en weiger om eruit te gaan, wacht om mijn vrienden die de koffers intussen uit de bagagewagen hebben gehaald. De taxichauffeur lijkt nog wanhopiger dan die van gisteren. Hij heeft handschoenen ter hygiëne aan en aangekomen op het vliegveld moeten we de hele dag wachten op het verlossende bericht dat de ingelaste repatriëringsvlucht inderdaad de lucht ingaat. Een dag duurt lang, bussen met toeristen die het eiland ontvluchten, rijden af en aan. De hele dag door, de een na de ander. We wachten buiten in de zon, binnen is er hectiek en lange rijen. Om half 5 kunnen we inchecken en na de douanecontrole zijn we opgelucht. In gesprekken met Nederlanders blijkt dat vluchten zijn omgeboekt en iedereen hun hotel moest verlaten. Zonder reden, zonder transfer, totale chaos en verwarring.
Het inchecken wordt meerdere keren uitgesteld en we vragen ons in het doemscenario van de afgelopen dag af of het nu niet weer misgaat. Het vliegtuig van Transavia waarmee we naar Nederland terugvliegen wordt van de slurf weggesleept verderop naar een plek langs de landingsbaan. De vragen roepen zich weer op. De tijd dringt omdat bij uitstel het vliegtuig niet meer in Eindhoven na twaalf uur mag landen. Na veel navragen blijkt er een tekort aan bussen te zijn die ons naar het vliegtuig brengen. Alsof de Wet van Murphy van geen ophouden weet, blijkt er onder de passagierslijst ook nog iemand met griep te zitten. En aangezien niemand enig risico wil nemen, moest deze uit het vliegtuig en getest worden op corona. Daardoor moest ook de koffer van die passagier uit het vliegtuigruim worden gevist. Het lukt ten langen leste om te vertrekken en na een broodje en een cup a soup slaap ik in en wordt net voor we landen weer wakker. Om kwart voor twaalf landen we op Eindhoven Airport. Het is gelukt. Tegelijkertijd is hier de realiteit van de coronacrisis. Ik rijd naar huis over de snelweg die leeg is. Links van me op de snelweg zie ik nog net ziekenhuis Bernhoven liggen en denk aan de noodsituatie. Ik ben blij thuis te zijn bij mijn gezin na een lange reis en drie hele lange dagen. Ik had me iets meer voorgesteld bij een jubileumbezoek aan mijn geliefde wandeleiland La Gomera.
Heftig verhaal Henrie; deze trip zal je je voor altijd blijven herinneren.