Kasteel Doorwerth, de stuwwal en de Wolfhezerheide
De wandeling heet kasteelwandeling maar is veel meer dan dat, zeker nu met de fantastisch herfstkleuren. Behalve het imposante kasteel Doorwerth zie je de uiterwaarden, de stuwwal, prachtige vergezichten, landgoederen Duno en Hoog Oorsprong, de prachtige Wodanseiken, sprengenbeken, heide en geweldig mooie bossen. En die bossen kleuren dan ook nog eens heel mooi en bijzonder onder de bruine herfstkleuren die zich in alle tinten lieten zien. Een fantastisch mooie wandeling, gevarieerd en een topherfstwandeling.
Routemaker en bedenker Rob Wolfs over deze route: ‘Deze wandeling gaat in een grote cirkel door het groen rondom de plaats Doorwerth. We lopen eerst op en langs de soms steile randen van de stuwwal met beneden de uiterwaarden van de Rijn. De uitizichtpunten op landgoed Duno over de Rijn en de Betuwe zijn fantastisch. Vanaf de Westerbouwing vervolgt de route over brede bomenlanen van de landgoederen Laag en Hoog Oorsprong. Even later komen we in de bossen rond Wolfheze en we lopen een heel eind langs de droge en soms natte beddingen van de Wolfhezerbeek. Beroemd is het pad langs de Wodanseiken, die door veel schilders zijn vereeuwigd. We wandelen langs de Wolfhezerheide, waar de koeien lopen te grazen en volgen het beekdalletje aan de rand. Dan steken we de hei dwars over en wandelen we weer een flink stuk door het bos. Aan het eind duiken we steil naar beneden naar het kasteel.’
Kasteel Doorwerth
Kasteel Doorwerth is een waterburcht in de uiterwaarden van de Rijn dat voor het eerst wordt genoemd in 1260, toen het door de heer van Vianen werd belegerd en in brand gestoken. Dit was vermoedelijk een straf, opgelegd door de graaf van Gelre, om korte metten te maken met de roofzuchtige praktijken van burchtheer Berend van Dorenweerd. Gedurende de daaropvolgende 20 jaar heeft de toenmalige burchtheer de burcht weer hersteld. Bij het kasteel staat een monumentale robinia, die volgens de overlevering in 1579 geplant is – in elk geval is het de oudste van Nederland. In 1743 werd het kasteel omringd door dijken die het kasteel moesten beschermen tijdens hoge waterstanden van de Rijn. Nog steeds kunnen hoge waterstanden zorgen voor overlast in en om het kasteel. De 15e-eeuwse poort van de voorburcht pronkt als je voor het kasteel staat.
Heveadorp
Heveadorp begon met een modelboerderij het Huis ter Aa, genoemd naar ‘het Gat van ter Aa’, een oude naam voor het stuk land onderaan het Seelbeekdal. Deze modelboerderij was een ideëel bedrijf en men zegt dat de koeien in deze modelboerderij beter werden behandeld dan de arbeiders aan het einde van de 19e eeuw. De modelboerderij ging failliet waarna Odo van Vloten in 1914 het dal en de Duno kocht. Hij verkocht al in 1915 het terrein van de modelboerderij aan rubberfabrikant Dirk Frans Wilhelmi, eigenaar van de rubberfabriek Hevea. Hevea is de Latijnse naam voor de rubberboom, deze fabriek maakte rubberen producten, zoals banden en laarzen. In 1916 stichtte hij de door Jan Rothuizen ontworpen woonkern voor de werknemers van de fabriek, het later zo genoemde Heveadorp, bestaande uit 83 woningen voor de arbeiders en 14 woningen voor het hogere personeel. De meeste van deze huizen zijn gebouwd in een mengvorm van de Cottagestijl en de stijl van de Amsterdamse School met een rieten dak.
Landgoed Duno
Duno of Duunoog is een buitenplaats die vanaf 1800 is ontstaan als landschapspark met een prieeltje, theekoepel, rosarium en kassen, belvedère en rotspartijen. Het ligt ten zuiden van Doorwerth op een stuwwalrand aan de Rijn.
Wolfhezerbeek
De Wolfhezerbeek ontspringt op de Wolfhezerheide en voert samen met de Heelsumse Beek water uit het heidegebied af naar de Nederrijn. Langs de beek staan enkele zeer oude eiken, die in de 19e eeuw door schilder Johannes Warnardus Bilders Wodanseiken werden genoemd en in die tijd door verschillende kunstenaars zijn geschilderd. Het water van de beek werd plaatselijk gebruikt door de watermolens.
Laag en Hoog Oorsprong
De Oorsprong is plaatselijk ook bekend onder de naam Hoog Oorsprong en Laag Oorsprong. Het is eigendom en wordt beheerd door het Geldersch Landschap & Kasteelen. Bovenop de stuwwal stond vroeger een landhuis. Dat is tijdens de slag om Arnhem in 1944 verloren gegaan. De contouren van het huis zijn in het landschap aangegeven.
Cardanusbossen
De Cardanusbossen zijn oude bossen waar vroeger veel hakhout werd verzameld. Met het stoppen van het eikenhakhout werd 1 stam gespaard en die groeide uit tot een eikenboom. Hiedoor staan er hele grote, oude eiken maar ook heel veel dunnere. Resultaat is dat een gevarieerd en bijzonder bosgebied is waar veel varens in de ondergroei staan. De vele paden maken het tot een populair wandelgebied.
Wolfhezerheide
De Wolfhezerheide, is een bos- en heidegebied waar zes van de zeven in Nederland voorkomende reptielsoorten leven. Het natuurgebied is ook cultuurhistorisch en archeologisch van belang. In de zandgrond bevinden zich de resten van het vroegere dorp Laag- of Oud-Wolfheze. Er zijn enkele monumentale prehistorische grafheuvels, een middeleeuwse landweer en de sporen van een Hessenweg aanwezig.
Wodanseiken
De Wodanseiken langs de Wolfhezerbeek behoren tot de bekendste bomen van Nederland. De eiken zijn niet bijzonder groot, maar wel oud; schattingen variëren van 400 tot 600 jaar. De bomen zijn hoogstwaarschijnlijk geplant of ontkiemd kort na de aanleg van de sprengebeek die van 1550 dateert. De grillig gevormde bomen worden tegenwoordig omgeven door een gemengd bos, maar eeuwenlang stonden ze in een open heidelandschap langs de beek. Dat verklaart waarom ze relatief klein gebleven zijn. De naam ‘Wodanseiken’ werd rond 1850 bedacht door de landschapschilders Johannes Warnardus Bilders en Gerard Bilders, vader en zoon, die de promotors waren van de zogenoemde ‘Oosterbeekse School’ wier leden graag het veld ingingen om te schilderen. Hendrik Willem Mesdag en Willem Maris maakten er onder meer deel van uit. Groepjes kunstenaars hielden volgens de overlevering ook nachtelijke bijeenkomsten onder de oude eiken. Een zeer romantische schildering van de eiken dateert uit 1849 en is van de hand van de Arnhemse schrijver en schilder J.J. Cremer. Hoewel er in het gebied meer oude eiken staan worden er slechts vijf tot de ‘echte’ Wodanseiken gerekend.