NS-wandeling Delden
Wandelen over landgoed Twickel
Kenmerken
Lengte: 12,5 kilometer
Start- en eindpuntpunt: Station Delden
Landschap: Landgoed en beken
Deze wandeling gaat over het landgoed Twickel dat ongeveer 4.000 ha groot is. Het landgoed bestaat uit een afwisselend landschap met karakteristieke boerderijen, bossen en beken.
Landgoed Twickel is een pareltje en de populariteit van het gebied was op de zondagmorgen af te meten aan het aantal wandelaars. Het was echter niet druk, het grote landgoed biedt genoeg ruimte en volop wandelpaden. Het ligt dicht tegen het stadje Delden aan en twee bijzondere bruggen over de N346 verbinden Delden met het landgoed. Grote trekker is het zeer mooie kasteel Twickel maar er is meer. De zo mooie halfopen landschappen wisselen elkaar snel af met daartussen bospartijen. De Noordmolen aan de Oelerbeek ligt halverwege de wandeling waarna lange vlonderpaden je over natte gebieden leiden. Langs de Twickelervaart bereik je het tweede hoogtepunt qua landschap: de Deldeneresch. Grote hoogteverschillen richting kerktoren van Delden, een eenzame trekker die het land bewerkt en een eik die aan de horizon staat. Langzaam bereik je over prachtige landwegen langs meidoornhagen het plaatsje Delden. De NS-wandeling laat je op een mooie manier een prachtig landgoed met omringend landschap zien.
Delden
Delden grenst in het noorden, westen en zuiden aan het Deldeneresch op het noordelijk deel van een stuwwal. Deze stuwwal die zich uitstrekt vanaf het landgoed Twickel en Deldeneresch tot het gebied ten zuiden van het Twentekanaal. De oudste vermelding van Delden gaat terug tot 1036 na Christus. Delden was een kleine versterkte stad een omgrachting en twee stadspoorten: in het westen de Goorsepoort en in het oosten de Woolderpoort. In Delden vinden we de Oude en Nieuwe Blasiuskerk, de Stadspomp aan de Markt en het Zoutmuseum.
Landgoed Twickel
Landgoed Twickel is een particulier beheerd landgoed met centraal gelegen het kasteel met haar befaamde tuinen, de traditionele boerenerven en het afwisselende coulisselandschap. Er staan maar liefst 150 boerderijen met traditionele erven en kenmerkende zwart-witte luiken. Het afwisselende landschap bestaat uit zacht glooiende akkers en weilanden, bossen en eeuwenoude eiken, heidevelden en vennen met daartussen beekjes en houtwallen. Twee nieuwe voetgangersbruggen over de N346 verbinden het landgoed en stadshart waardoor je vanuit de stad zo het landgoed in loopt.
Kasteel Twickel
Kasteel Twickel is een rijksbeschermde historische buitenplaats met 81 complexonderdelen vlak bij Delden in de buurtschap Deldeneresch. De oudste vermelding van Twickel is in 1347, als Herman van Twickelo het huis Eysinck bij Delden koopt. Dit huis wordt het latere kasteel Twickel. Twickel is vermaard vanwege zijn tuinen en park. De oudste bekende tuinaanleg stamde uit het midden van de zeventiende eeuw. Kasteel Twickel wordt gezien als een van de mooiste kastelen van Nederland, zowel van de buiten- als binnenkant. In het park bij het kasteel ligt een grote oranjerie, waarin de wintergevoelige boompjes en struiken kunnen overwinteren.
Twickelervaart
De vaart is een gegraven watergang die begint in het Twickelerbos ten noorden van Delden. De Twickelervaart werd in 1771 gegraven door Carel George van Wassenaer Obdam, eigenaar van de nabij gelegen havezate Twickel ter bevordering van de handel en de nijverheid in Twente. Aan het begin van de vaart liet hij bij een kleine haven aanleggen en daarbij een herberg bouwen, het huidige hotel Carelshaven. Na het midden van de negentiende eeuw raakte de vaart buiten gebruik.
Oelerbeek
De beek stroomt van de watermolen in Oele via een onderleider onder het Twentekanaal naar de Noordmolen in de buurtschap Deldeneresch. Het gedeelte voor de watermolen in Oele wordt Boekelerbeek genoemd.
Noordmolen
Aan de Maas in Megen zijn nog twee kloosters bewoond. Klooster Sint-Josephsberg bewoond door de Orde der Clarissen en de Orde van de Minderbroeders bewonen het Sint Antoniusklooster. Net als de zusters moesten ook deze franciscanen op zoek naar een nieuw thuis dankzij de uitkomst van de Tachtigjarige Oorlog. Toen na de Tachtigjarige Oorlog het katholieke geloof uit de publieke ruimte was verbannen, trokken de broeders als marskramers rond om katholieken in het geheim bij te staan in hun geloofsbeleving. Tot de zestiger jaren van de vorige eeuw gaven zij onderwijs. In de tuin van het minderbroedersklooster stond nut voorop. Sinds de laatste tuinbroeder Judocus te oud was geworden, ontfermen vrijwilligers zich over de kloostertuin.