Spoordonkse watermolen, Kampina en Abdij van Koningshoeven
Ons Kloosterpad – Abdij Koningshoeven-Oirschot
Kenmerken
Lengte: 25 kilometer
Startpunt: Abdij Koningshoeven
Eindpunt: Markt Oirschot
Landschap: Bos, heide en beken
Je ontdekt op deze wandelroute van 25 kilometer het gebied tussen Berkel-Enschot. Je wandelt van Abdij Koningshoeven in Berkel-Enschot naar Klooster Nazareth in Oirschot. Onderweg kom je langs diverse locaties zoals het de Sint Petrus-basiliek en de Mariakerk, maar ook de religieuze gebouwen als Karmel Blijendaal en de Hondsberg.
De wandeling gaat over Ons Kloosterpad, een wandelpad van 330 kilometer langs een vijftigtal (voormalige) kloosters en abdijen in midden en oost Brabant. Religieuze gebouwen zien we tijdens de wandeling echter alleen aan het begin- en eindpunt, op de O.L.V. in Moergestel na. Maar daardoor is de wandeling niet minder mooi. Het is een aaneenschakeling van natuur, de Oisterwijkse Vennen, de Kampina en het dal van de Beerze. Eigenlijk bijzonder dat je 25 kilometer alleen maar in de natuur loopt. De wandeling langs knooppunten van het Brabantse wandelnetwerk is hierdoor echt heel mooi, met de nu aankomende herfsttinten en vele paddenstoelen. Een compliment aan het vaak toch wat gebrekkige wandelnetwerk, hier is het echt perfect onderhouden en heel goed gekozen. Lange lanen wisselen af met intieme paadjes en dat over een hele grote afstand waarbij je de Brabantse beken Beerze, Rosep en Reusel ontmoet.
Abdij Koningshoeven
De Abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven is een klooster van de trappisten in Berkel-Enschot en de trappisten van Abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven vullen hun leven met gebed en werk. Dat gebeurt toegewijd aan God, veelal in stilte en tegelijkertijd maatschappelijk betrokken. Abdij Koningshoeven ligt in Landschapspark Moerenburg-Koningshoeven, nabij de Oisterwijkse Vennen. De abdij ontstond in 1880 als toevluchtsoord van Noord-Franse monniken. Anti-kerkelijke wetgeving bedreigde het voortbestaan van hun trappistenklooster Sainte-Marie-du-Mont op de Katsberg. Daarom weken ze uit naar het veiliger Brabant. In Berkel-Enschot konden ze terecht op een stuk heide met een aantal hoeven. De plaatselijke bevolking noemde deze de ‘Koningshoeven’, omdat ze eigendom waren geweest van Koning Willem II. De trappisten bouwden de hoeven en de bijbehorende schaapskooi om tot een klooster, waarna het eerste trappistenklooster van Nederland een feit was. Naast het bidden werd er ook gewerkt op Koningshoeven. De trappisten ontgonnen de heidegronden om in hun levensonderhoud te voorzien. Deze gronden waren echter zo schraal, dat het niet genoeg opbracht voor het groeiend aantal monniken. De eerste overste, Nivardus Schweykart, besloot een nieuwe weg in te slaan en begon er een kleine bierbrouwerij bij. Tot op de dag van vandaag is Brouwerij De Koningshoeven de belangrijkste inkomstenbron van het klooster.
Oisterwijkse Vennen
Het gebied was ooit een uitgestrekt heidegebied waarin zich vele vennen bevonden, maar vanaf 1801 begon men het gebied te bebossen. Jongere aanplant dateert van omstreeks 1840. Het gebied geldt als een van de bekendste wandelgebieden in deze provincie. Naar het oosten sluit het (bijna) aan bij de Kampina, eveneens eigendom van Natuurmonumenten. Naar het westen sluit het gebied aan bij het gebied ‘Oude Hondsberg, Ter Braakloop en Galgeven’ dat bezit is van het Brabants Landschap. Deze gebieden maken samen deel uit van Het Groene Woud, een keten van grote natuurgebieden in het midden van Brabant, ongeveer van Tilburg tot aan Schijndel.
Beerze
De naam Beerze werd al in 1545 gebruikt door keizer Karel V. De herkomst van de naam is onzeker. Het kan verwijzen naar beer, dat in het Middelnederlands ‘modder’ beteken, het kan ook zijn afgeleid van ‘berne’ (bron) of ‘barne’ (branden). ‘Barne’ verwijst dan naar de aanwezigheid van veen (turf), dat vroeger dienstdeed als brandstof voor de kachel. Het veen werd gevormd in de laaggelegen gebieden rond de beek. De (Grote) Beerze is ruim opgevat een beek die als ‘Aa’ of ‘Goorloop’ in het Riebos bij Lommel ontspringt, meerdere zijbeken in zich opneemt en zich uiteindelijk nabij Boxtel splitst in een oostelijke tak die uitmondt in de Dommel en een westelijke tak die uitmondt in de Esschestroom, die bij Halder ook in de Dommel uitkomt. In de 20ste eeuw is de Beerze voor het grootste deel gekanaliseerd om het water sneller af te kunnen voeren uit de landbouwgebieden. Daardoor is ook waardevolle natuur verloren gegaan. De laatste jaren zijn er echter verschillende projecten in gang gezet om de oude situatie waar mogelijk te herstellen.
Spoordonkse Watermolen
De Spoordonkse Watermolen is een onderslagmolen op de Beerze te Spoordonk. De molen is in gebruik als horecagelegenheid en korenmolen die te bezichtigen is. De molen werd reeds in 1320 genoemd, maar ze bestond vermoedelijk al langer. Ze behoorde bij het voormalige Kasteel Ten Bergh, dat 100 meter zuidelijker lag. Tussen 1649 en 1772 kwam de molen geleidelijk aan los van de kasteelheren te staan. Op de molen bevindt zich een reclame voor het verdwenen merk Wyers Oude Jenever. De huidige molenaar wil in de toekomst ook weer streekeigen jenever stoken. Het is de meest westelijke watermolen van Nederland en de enige nog bestaande watermolen op de Beerze. Het waterrad van de voormalige oliemolen wordt gebruikt voor elektriciteit opwekking en heeft een capaciteit van 2 kilowatt.
Sint Bernadettekerk
Megen is een historische plaats die lange tijd de facto een zelfstandig graafschap was. Het heeft uit die tijd twee kloosters, een van de franciscanen en een van de clarissen, de gevangentoren en een middeleeuws stratenpatroon behouden. De gevangentoren uit de 14e eeuw maakte deel uit van de ommuring van Megen, waarvan de toren het enige overblijfsel van is, en diende als onderdeel van een toegangspoort en gevangenis. De toren is vierkant opgezet en bevat een zadeldak, met aan twee zijkanten een trapgevel, en schietgaten.
Sint-Petrusbasiliek
De Sint-Petrusbasiliek is de centrale kerk van Oirschot, gewijd aan de Heilige Petrus. Van 1648-1799 was de kerk Protestants. De katholieken hadden sinds 1672 een schuurkerk aan de Nieuwstraat. Toen de katholieken hun kerk weer terugkregen, bleef de toren in handen van de gemeente. De verwaarloosde kerk werd voorzien van nieuw interieur en in 1887 gerestaureerd. De Sint-Petruskerk is een van de grotere nog bestaande gotische dorpskerken in Noord-Brabant. Ze is opgetrokken in baksteen met tufstenen speklagen die de kerk een markant uiterlijk geven.