De route wordt ‘stads’ genoemd maar eigenlijk is het een wandeling ‘puur natuur’. Het eerste en laatste gedeelte is inderdaad door de stad Assen maar je duikt al snel het betoverende landschap rond de Drentsche Aa, het Deurze Diep, in. Weelderige bloemen en veel groen kleurt het beekdal en af en toe zie je het rustig stromende water van de rivier. Over oude kerkpaden en de voormalige spoorlijn Gasselternijveen en Assen wandel je terug naar Assen maar ook daar veel groen. In het  Asserbos en over mooie schouwpaden langs het Anreperdiep blijft de route ‘groen’. Op het eind in de stad Assen kun je nog even smullen van enig cultuurhistorie in de Gouverneurstuin en het beeld van Bartje. De route is de spiksplinternieuwe wandelgids Wandelen langs de Drentsche Aa. Ondanks de hitte heb ik genoten van deze groene Stadse Trage Tocht.

In het beekdal van het Deurze Diep kleurt het paars van de kattenstaart. Het plantje is een prachtige en rijkbloeiende inheemse soort, die van nature op vochtige tot zeer natte plaatsen groeit, bijvoorbeeld aan oevers. In tuinen blijkt hij echter ook uitstekend te doen op iets drogere bodem. En het is een geliefde plant voor bijen en hommels. Ik determineer het plantje met de app Obsidentity: ‘Het rode sap dat zich in de wortels van de plant bevindt, kan gebruikt worden als kleurstof voor wol. Je kunt er dus wol mee verven. Het verlangt een zonnige plek, die vochthoudend tot vochtig mag zijn.’ Dat kan wel kloppen, het kwik is tot ruim boven de dertig graden gestegen en ik loop door het vochtige beekdal van de Drentsche Aa. Ik had het kunnen weten.

Bij het Duurzaamheidscentrum Assen in het Asserbos maak ik een tussenstop. Spelende kinderen zijn met kleurplaten bezig, bewonderen een koe van kunststof, doen allerlei spelletjes en spelen in klimtoestellen. Ondertussen wordt het onderwerp duurzaamheid zoals afval, klimaat, boden, natuur en cultuur bijgebracht. En dat in en rond een gebouw dat is opgebouwd uit natuurlijke materialen met toepassingen van allerlei duurzame technieken. Denk bijvoorbeeld aan verwarming op basis van houtsnippers, de toepassing van zonnepanelen en warmte-koude opslag. De  kinderen zie ik genieten … en leren. Jong geleerd, oud gedaan.

We maken een mooie wandeling om en door de Drentse hoofdstad Assen. Na het Oosterpark lopen we al snel door landgoed Valkenstijn, een groene oase met oude bomen, lanen, houtwallen en grasweides. De graftombe waar we langs komen, is imposant. Over een oude spoorlijn gaat de route de stad uit. Dan bevinden we ons ook meteen midden in het romantische beekdal van de Drentsche Aa. We passeren het Poepenhemeltje, een kleine schans uit de tijd van Bommen Berend. We volgen een mooie grotendeels onverharde route door de beekdalen van het Deurzerdiep en het Anreperdiep, die ons weer terugvoert naar de stadsrand van Assen.Daar lopen we een stuk over het groen gelardeerde terrein van de GGZ Drenthe. We komen in het Asserbos, een bijzonder bos zo midden in de stad en al eeuwenoud. We lopen over fraaie bomenlanen en langs de vijvers komen we bij het Duurzaamheidscentrum, waar het goed uitrusten is. Langs de Noorderbegraafplaats en de Drentse Hoofdvaart wandelen we naar het centrum. Ook hier een overvloed aan horeca. Door de Gouverneurstuin, langs het Drents Museum en natuurlijk het standbeeld van Bartje lopen we terug naar het station.

Valkenstijn is een landgoed gelegen aan de rand van de woonwijk Assen-Oost. Valkenstijn was vóór het in de negentiende eeuw deze naam kreeg bekend als Vredeveld. Het landgoed kreeg de naam Valkenstijn toen het in 1842 in bezit kwam van Augustinus van Valkenstijn. Toen zijn vrouw 1871 overleed, werd ze in de tuin van het landgoed begraven. Augustinus overleed op 27 januari 1882 en werd eveneens in het graf bijgezet. De nu nog aanwezige graftombe is de enige particuliere begraafplaats van Assen. Het monument wordt gesierd door een opvallende, door de Asser IJzergieterij vervaardigde gietijzeren grafteken.

Spoorlijn Gasselternijveen – Assen was een spoorverbinding tussen Gasselternijveen en Assen, die in 1905 werd geopend. Het personenvervoer werd per 4 mei 1947 gestaakt, omdat er bij NS een gebrek was aan treinen. Vanaf 15 december 1950 werd de trein definitief vervangen door de bus. Tot 26 mei 1967 reden er nog dagelijks goederentreinen van Zwolle via Assen en Gasselternijveen naar Stadskanaal. De spoorlijn is in 1977 inclusief de spoorbrug over het Deurzerdiep geheel opgebroken.

Het Deurzerdiep is een van de bovenlopen van de Drentsche Aa. Het gebied maakt deel uit van het Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa. Recentelijk is de oude bedding van het Deurzerdiep hersteld en is er een toegangspoort voor het Nationale Park ingericht. Hier zie je een halfopen landschap met meanderende beekjes, bosjes, houtwallen, landerijen en bijzondere bloemsoorten. In het voorjaar kleurt het gebied geel van de dotterbloem.

Het halfverharde pad is een oud kerkpad van Anreep naar Assen.

Het Asserbos is een van de oudste bossen van Nederland en ongeveer 10 hectare is nog oerbos. Het Asserbos is oorspronkelijk een van de wouden waarmee grote delen van Drenthe bedekt waren. Toen gouverneur Hofstede zich in Assen vestigde, was het oorspronkelijke Asserbos nagenoeg verdwenen. Hij kwam met een plan waarbij het gebied opnieuw werd ingericht met onder andere een wandelgebied in de vorm van een sterrenbos. Hofstede kan daarmee worden beschouwd als de grondlegger van het huidige Asserbos. Het bos kent twee sterren die op een plattegrond goed te herkennen zijn. Hofstede maakte in het Asserbos twee zichtlijnen: de Hoofdlaan, die gericht is op de toren van de Abdijkerk, en de Roldertorenlaan, die in de richting van de toren van Rolde wijst. Ook werden er cirkelvormige paden toegevoegd en zo kreeg het Asserbos een parkachtige structuur.

Dit park was ooit een groente- en fruittuin van de gouverneur van Drenthe. In de tuin staat een mooi theekoepeltje uit 1874. In de jaren 50 was hier het bekende Verkeerspark. De verkeerstoren van het voormalig Verkeerspark Assen is hier teruggezet. De iconische toren staat nu weer in de Gouverneurstuin waar in 1957 het Verkeerspark zijn deuren opende. Hier konden kinderen spelenderwijs met fietsen en trapauto’s deelnemen aan het verkeer.